Verbinding onderbroken. Opnieuw proberen...

BioBoost: succesvol Interregproject voor duurzamere tuinbouw

afbeelding20-1.png

Bekijk dit artikel hier als PDF bestand.

BioBoost: succesvol Interregproject voor verduurzaming van de tuinbouw
Haute Equipe hielp de gemeente Westland een subsidieaanvraag te doen bij het Interreg Tweezeeënprogramma en het goedgekeurde project tot een mooi einde te brengen. Samen met Jeroen Straver, de projectleider van de gemeente, blikken we terug. Het Tweezeeënprogramma is geëindigd, maar er zijn vergelijkbare Interregprogramma’s waar weer aanvragen kunnen worden gedaan. Een kans voor gemeenten met ambities en een lange adem.

afbeelding21.png

Wat is BioBoost?
In het BioBoost-project (2017-2021) stond vergroting van de duurzaamheid van de tuinbouw centraal. Er zijn diverse onderzoeken en proefprojecten uitgevoerd en er is een strategie voor de toekomst opgesteld. Die wordt in een brochure verwoord. Organisaties uit de regio’s Roeselare (België), Westland (Nederland) en Lee Valley/Oost-Engeland (VK) werkten in het project samen. Er werd vooral gekeken naar het eerste deel van de voedsel-toeleveringsketen, met als doel de reststromen van tuinbouwgewassen te benutten voor economisch hoogwaardig gebruik. Bijvoorbeeld om er biologische gewasbeschermingsmiddelen van te maken of voor nieuwe toepassingen in de voedings- en diervoeder­industrie, cosmetica, gezondheidssector en voor de bouw- , papier- en kartonindustrie. Maar ook is gekeken naar de kweek van insectenlarven op reststromen. Larven bestaan bijna geheel uit eiwitten, en kunnen daarmee een vleesvervanger zijn. BioBoost wil groen ’afval’ in de tuinbouw verminderen. Meer informatie over het project is op de website van BioBoost te vinden.

knipsel20.png

Terugblik: Wat maakte het project interessant?
Jeroen hoeft niet lang na te denken: “Het was heel inspirerend om gezamenlijk bezig te zijn met de economie van morgen. Met koplopers in de transitie van de circulaire tuinbouw de theorie in de praktijk te brengen en daar van te leren hoe het beter kan. Dat hebben we in een brochure opgeschreven, zodat ook anderen daar wat aan hebben. Met BioBoost hebben we diverse start ups en MKB bedrijven in het Westland kunnen inspireren. Daarmee willen we als gemeente stappen zetten naar meer circulair ondernemerschap in Westland. Verder was het heel interessant te zien waar men in Engeland en in België mee bezig is. Vooral de Belgische partners hebben mij verrast. Ik was vooral onder de indruk van de voedselverwerkingsindustrie die daar aan de tuinbouw is gekoppeld. Voor het denken in ketens hebben we daar van geleerd. Sowieso is het heel fijn om samen te werken met partijen die enthousiast zijn en weten waar ze mee bezig zijn en nieuwe dingen te ontdekken.” Jeroen doelt daarmee op de teelt van larven van insecten op tuinbouwreststromen. In het project zijn daar proeven mee gedaan en is een kweekhandleiding geschreven. Hoe gaat het daarmee verder in de greenport? Jeroen zegt hierover: “Als uitvloeisel van BioBoost zijn er plannen gemaakt voor een grootschalige productie-eenheid bij ons, maar helaas zijn die door corona in de ijskast gezet. Ik hoop dat de draad weer opgepakt kan worden. Maar je ziet wel, dat er momenteel veel kleinschalige initiatieven in het Westlandse zijn om met insectenteelt aan de gang te gang. Hartstikke mooi.’ Ter afsluiting merkt Jeroen nog op: ”De gemeente heeft de ambitie om internationaal samen te werken met andere tuinbouwgemeenten. Dit project paste daar prima bij en Interreg is daar een mooi programma voor”.

afbeelding22.png

Terugblik: Waarmee moet je rekening houden in zo’n project?
Jeroen: “Allereerst moet je echt investeren in de voorbereiding: je moet partners vinden en het samen eens worden wat je gaat doen. En dat moet dan ook nog in het Interregprogramma passen. Dus je moet daarvoor de tijd nemen, eigen tijd investeren en een werkbudget hebben. Het mooie is dat bij een succesvolle aanvraag die aanvraagkosten subsidiabel zijn en je ze grotendeels terugkrijgt. Ten tweede moet je zowel bij de voorbereiding en uitvoering volhardend zijn. Er zijn altijd tegenslagen en problemen,  maar wij hebben daar steeds een oplossing voor gevonden. Zo zijn er bedrijven afgehaakt, maar we hebben ook weer andere bedrijven gevonden die graag mee gingen doen. Ten derde moet je echt investeren in de samenwerking. Elkaar leren kennen, maar ook goede afspraken maken. De culturen zijn anders en dan is het fijn als je op afspraken kan terugvallen.” Hoe hebben jullie dat georganiseerd, want als lead partner van het project ben je eindverantwoordelijk? Jeroen: “We hadden dat nooit alleen kunnen doen. We waren heel blij dat Haute Equipe ondersteunde, de boel organiseerde en vooruit dacht in wat er allemaal moest gebeuren. Je hebt echt die ervaring, expertise en capaciteit nodig. In de waan van alle dag bij een gemeente dreigt de aandacht en continuïteit voor het project er wel eens bij in te schieten en dat kan bij zo’n project echt niet. En verder besteed ik mijn eigen tijd ook het liefst aan de inhoud, dus dat soort werk besteed ik liever uit”.

Terugblik: Wat heeft het jou persoonlijk opgeleverd?
Jeroen: “Best wel veel eigenlijk. Bijvoorbeeld hoe je met cultuurverschillen omgaat en je communicatie daarop aanpast. Maar het allerbelangrijkste is denk ik het echt projectmatig en programmatische werken. Gemeenten, ook de gemeente Westland, hebben dat hoog in het vaandel staan, maar in de praktijk schort daar het nodige aan. In BioBoost heb ik gezien en geleerd hoe het écht moet en ik heb daar in mijn werk nu nog dagelijks voordeel van. Ik probeer strakker en procesmatiger te organiseren en daarbij ook het overkoepelende in de gaten te houden. Voor je het weet ben je met allemaal losse activiteiten bezig en ontbreekt de samenhang. Dat was voor mij een belangrijk leermoment”. Zou je zo’n Interregproject weer gaan doen? Jeroen: “Dat overweeg ik zeker. Westland is een tuinbouwgemeente en internationaal georiënteerd, daarbij past een nieuw Interreg project. Bovendien moet de tuinbouweconomie moderniseren. Verduurzaming en circulair ondernemen staan hoog op de agenda. Internationale samenwerking zou daarbij best kunnen lonen. Het is nog even zoeken naar het juiste moment.”

Voor wie is Interreg geschikt
De Interregprogramma’s hebben als primaire doelgroep overheden, kennisinstellingen en non profit-organisaties, maar hechten ook groot belang aan de deelname van MKB-bedrijven. Afhankelijk van het programma zijn minimaal 2 tot 5 partijen uit evenzoveel landen nodig om een succesvolle aanvraag te doen. Een project heeft gewoonlijk een omvang van € 2-8 miljoen. Nederlandse partijen die als consortiumleider (lead partner) een aanvraag indienen bij het Noordzeegebied, Noordwest-Europa of Europa kunnen van de Nederlandse overheid een vaste subsidie krijgen van € 25.000 als bijdrage in de aanvraagkosten. De voorwaarde is dat de aanvraag betrekking heeft op klimaatadaptatie, of slimme en groene mobiliteit of circulaire economie. 

knipsel21.png

Interreg iets voor jou?
Graag bekijken wij met jou welke Interregprogramma’s geschikt zijn om jouw ambities in een subsidieproject om te zetten. Je kunt hiervoor contact opnemen met Gerrit Walstra, telefonisch: 06-21125514 of per email: gerrit.walstra@haute-equipe.nl.

Terug naar overzicht
5423.jpg
Gerrit Walstra
Subsidieadviseur
afbeelding20-1.png

Samen met ons leg je de basis voor maatschappelijk resultaat.